Sommige antwoorden zijn voornamelijk te vinden door eerder gedaan onderzoek van mensen op te zoeken en hier zelf belangrijke kenmerken uit te halen. In dit hoofdstuk ga ik 2 belangrijke onderwerpen langs en zet ik resultaten neer op basis van de statistieken en feiten.

Inhoudsopgave

Verhoudingen van fysieke en mentale handicaps en de gevolgen

Door onderzoek te doen naar de verhoudingen op nationaal niveau, krijg ik een beter feitelijk beeld over de fysieke en mentale toestand van de ouderen. Hierdoor verminder ik het aantal aannames en kan ik pijlen hoe belangrijk het is om te focussen op een tablet, gebruik van geluid en de groottes van de tekst. Ook kan ik hierdoor mijn ontwerpbeslissingen beter met feiten onderbouwen.

Statistieken

Mentale gezondheid

Voor de meeste huidige websites en applicaties is een goede mentale gezondheid essentieel. Veel websites hangen af van het leren van patronen en het herkennen hiervan. Hierdoor ervaart de eindgebruiker een flow en wordt de navigatie vanzelfsprekend. Voor ouderen ligt dit anders. Veel ouderen letten op andere elementen wanneer ze een applicatie of website bezoeken. Meer hierover kunt u lezen in mijn onderzoek over UI en UX.

Waar ik me nu op wil focussen is de mentale gezondheid van de ouderen. Want ook dit speelt een rol bij het herkennen van patronen. Het is algemeen bekend dat je mentale capaciteit daalt naarmate je ouder wordt. Over het algemeen geldt dit bijna voor iedereen. Er zijn geen harde cijfers te vinden over dit probleem. Dit komt mede doordat het mentaal vermogen erg lastig is te meten. Vooral voor ouderen die meer moeite hebben met websites is het lastig te meten. Dit, aangezien het lastiger is om op afstand met deze groep mensen data te verkijgen. Ik vond wel veel informatie over hoe ouderen zich voelen en wat de fysieke belemmeringen zijn. Maar dit is niet relevant voor de mentale gezondheid. Eén van de grootste redenen waarom de mentale gezondheid van ouderen achteruit kan gaan is dementie. Dementie is een ziekte die wel te meten is gezien dit vaak door huisartsen worden geconstateerd. Volgens de cijfers van Nivel Zorgregistraties eerste lijn (2022) stijgt het aantal dementie gevallen exponentieel met de leeftijd.

Untitled

Wanneer ik dit opdeel in grotere leeftijdsgroepen komt dat neer op 88.600 gevallen voor ouderen tussen de 65 en 80 jaar en 374.300 80-plussers. Met de cijfers van CBS Statline (2021b), 2.618.874 ouderen van 65-80 jaar en 838.661 ouderen van 80 jaar of ouder, betekent dit dat 3,38% van de 65 tot 80 jaar dementie heeft en 44,63% van de 80-plussers dementie heeft. Vanaf 65 jaar komt dit neer op 13,39%.

Untitled

Zicht

Er zijn verschillende visuele beperkingen. Hierbij kun je denken aan staar, glaucoom, diabetische retinopathie, maculadegeneratie en retinitis pigmentosa. Wanneer iemand een visuele beperking heeft is het onderscheidt maken tussen verschillende kleuren lastiger. Ook het lezen van tekst wordt hierdoor een stuk lastiger. Volgens de cijfers van het Oogfonds (2022) zijn er ruim 318.681 Nederlanders die last hebben van een visuele beperking. Hiervan betreft 85 procent ouderen (65-plussers). Dit komt neer op zo’n 270879 ouderen volgens de cijfers van CBS Statline (2021b).

Dit komt neer op 10,34 procent van de ouderen die met een visuele beperkingen zitten.

Gehoor

Met de opkomst van voice-interfaces zijn er ook mogelijke oplossingen voor ouderen met het gebruik van je stem. Maar voor ik me hierop wil focussen, wil ik eerst weten hoe goed het gehoor is van de ouderen. Wanneer ouderen meer moeite hebben met luisteren ten opzichte met lezen, is het verstandiger om niet volledige op een voice-interface af te gaan.

Volgens het onderzoek van de Nationale Hoor Stichting en VUmc (2018) en de cijfers van SiRM (2019) is het ouderdomsslechthorendheid een groter probleem dan vaak in eerste instantie gedacht wordt. Volgens het onderzoek van de SiRM (2019) zijn ouderen vaak bang dat ze mensen tot last zijn wanneer ze meerdere keren moeten vragen wat er wordt bedoeld. Hierdoor heeft niet iedereen gelijk door dat een oudere je slecht verstaat.

Volgens de cijfers van beide bronnen begint de ouderdomsslechthorendheid drastisch toe te nemen tussen 65 en 75 jaar. 25 Procent van zestigjarigen en ouder heeft een gehoorverlies van minimaal 35 decibel (Nationale Hoor Stichting en VUmc, 2018). 60 Procent van vijfenzeventigjarigen heeft een gehoorverlies van minimaal 35 decibel (Nationale Hoor Stichting en VUmc, 2018). Dat is een stijging van 35 procent in slechts 15 jaar. Bij tachtigjarigen is het gehoorverlies van minimaal 35 decibel al bij 75 procent te vinden. Dat is nogmaals een verhoging van 10 procent binnen 10 jaar.